Smartengeld dwarslaesie

Introductie

Op 26 januari 2021 (ECLI:NL:GHARL:2021:735) heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden een geschil beslecht inzake de hoogte van het uit te keren smartengeld na een ongeval met zeer ernstig letsel tot gevolg.

Feiten

Een racefietser moest uitwijken voor een naderende tractorcombinatie en komt door de manoeuvre ten val, waarna de tractorcombinatie over haar lichaam rijdt. Dit ongeluk veroorzaakt – naast diverse botbreuken – een hoge dwarslaesie. De verzekeraar van de bestuurder erkent aansprakelijkheid en keert een bedrag van 150.000, – euro uit aan smartengeld.

Benadeelde acht dit te laag en start een procedure. Zij verzoekt de verzekeraar 200.000, – euro uit te keren. De verzekeraar stelt echter dat 150.000, – passend en redelijk is. Bij de rechtbank werd het verzoek van benadeelde afgewezen, en dus gaat ze in hoger beroep.

Vaststelling van de hoogte van het smartengeld

Bij de vaststelling van de hoogte van het smartengeld wordt een maatstaf gehanteerd. Deze komt neer op dat de rechter rekening dient te houden met alle omstandigheden van het geval. Hieronder vallen de aard en de ernst van het letsel (voornamelijk de duur en de pijn, het verdriet en de gederfde levensvreugde), de mate van verwijtbaarheid aan de veroorzaker, de aard van de aansprakelijkheid en de mate waarin het rechtsgevoel van de benadeelde is geschokt.

De rechter dient tevens te letten op wat Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen hebben toegewezen. Verder mag er gekeken worden naar wat in andere, met Nederland vergelijkbare landen aan smartengeld wordt toegekend. De ontwikkelingen in het buitenland zijn echter niet doorslaggevend voor de in Nederland toe te kennen bedragen.

Procedure bij het hof

Ten eerste voert benadeelde aan dat de rechter onvoldoende heeft gelet op de door de strafrechters toegewezen smartengeldbedragen. Dit is een gevalsvergelijking. Benadeelde haalt strafzaken aan waarin poging tot doodslag (vijf keer met een revolver geschoten) en diefstal met excessief geweld heeft plaatsgevonden. Het hof is van mening dat de aard van aansprakelijkheid en verwijtbaarheid in deze strafzaken te veel afwijkt van de civiele zaak.

Bovendien is de motivering betreffende smartengeld bij strafzaken veelal beperkt. Dat wil zeggen dat het onvoldoende duidelijk is of de strafrechter de geldende civielrechtelijke maatstaf voor vaststelling toepast en op welke wijze dit gebeurt.

Ten tweede is er sprake van een vergelijking tussen Nederland en andere landen. Benadeelde stelt dat er in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en België (in de loop der jaren) meer smartengeld wordt uitgekeerd en dat Nederland achterblijft in die ontwikkeling. Het hof is echter van mening dat louter kijken naar uitgekeerde bedragen in het buitenland niet genoeg is om de uitgekeerde 150.000, – niet passend te achten. De tegenpartij heeft gemotiveerd weersproken dat Nederland niet onderaan de lijst staat qua hoogte van smartengeldbedragen. Er mag gekeken worden naar andere landen, maar dit kan niet beslissend zijn voor het in Nederland toe te kennen bedrag.

Tot slot wijst benadeelde op de invloed van het letsel op de kwaliteit van leven, haar echtgenoot, kinderen en kleinkinderen. Haar letsel heeft enorm veel invloed op het leven van haar naasten. Benadeelde stelt dat dit gegeven meegewogen moet worden in de begroting van haar toekomende smartengeld. Haar leed valt begrijpelijkerwijs te betreuren, echter is zij niet anders dan het leed van andere verkeersslachtoffers, aldus het hof.

Conclusie

Benadeelde heeft in hoger beroep geen gelijk gekregen en het toegekende bedrag van 150.000, – euro is een billijke vergoeding. Een beroep op vergelijkbare strafzaken slaagde niet; de aard verschilt te veel van die van de civielrechtelijke praktijk en de motivering in strafzaken is te gering.

Voorts maakt de uitspraak duidelijk dat Nederland niet onder doet voor andere landen met betrekking tot smartengeldbedragen. De enkele stelling dat rechters in andere landen grotere bedragen toewijzen, is onvoldoende om een hoger bedrag toe te wijzen.

Zoals wel blijkt uit deze casus kan een verkeersongeval kan een enorme impact hebben op uw leven. Het is daarom van belang dat iemand voor uw rechten opkomt zodat u zich kunt richten op waar het echt om draait, uw herstel. Bij Verweij Juristen beschikken wij over een uitgebreid landelijk netwerk van ervaren letselschadejuristen, medisch adviseurs en arbeidsdeskundigen. Hierdoor zorgen wij ervoor dat er korte lijnen zijn met met de juiste specialisten waardoor we voor u snel kunnen schakelen en kunnen wij u bijstaan ongeacht uw huidige  woon- of verblijfplaats.

Wij kunnen u daarbij onze dienstverlening geheel kosteloos aanbieden doordat in de wet is geregeld dat de aansprakelijke partij ook de juridische kosten betaalt voor de rechtshulp die het slachtoffer inschakelt. Deze kosten maken namelijk deel uit van uw gehele schadepost. Het zijn uitgaven waar u van tevoren niet om heeft gevraagd en dienen vergoed te worden door de partij die aansprakelijk is voor de ontstane schade.

Bent u betrokken bij een verkeersongeval en heeft u letsel opgelopen? Neem vandaag contact met ons op voor een geheel kosteloos juridisch advies.